Een bijzondere man
Er was eens een bijzondere, hardwerkende, vrolijke man. Hij bezat veel humor, was conferencier met een eigen cabaretgezelschap dat regelmatig in verschillende steden en dorpen in het land optrad. Hij wist zelfs op verjaar- en feestdagen de bijeengekomen familie en kennissen vaak te vermaken met solo-optredens tussen de schuifdeuren met moppen en grappen in een rol van juffrouw kwebbel. Als hij zo optrad heb ik vaak dubbel gellegen van het lachen.
Deze man werkte daarnaast bij een groot internationaal bedrijf, waar hij als jong jochie was begonnen als een zwoegende smid in een bloedhete smidse, maar waar hij zich later wist op te werken tot calculator van indrukwekkende treinstelsels. Vanwege veertig jaar trouwe dienst bij deze werkgever ontving hij een onderscheiding van de koningin.
De man had een zoon en twee wonderschone dochters. Toen ik in de twintig was mocht ik het genoegen smaken één van deze dochters te ontmoeten en een tijdje later ook het vrolijke gezin mocht leren kennen. Omdat de dochter ook met haar vader optrad in sketches en liedjes zong, werd ik, omdat ik wat piano kon spelen, op een gegeven moment gevraagd om ook mee te doen in het cabaret als pianist, wat ik lang met veel plezier heb gedaan.
Deze bijzondere man is helaas jaren geleden overleden, maar ik denk nog vaak aan hem. De dochter leeft echter gelukkig nog wel en is al meer dan vijfenvijftig jaar mijn dierbare echtgenote.
Hoe heb ik het zo kunnen treffen, toch? Het lijkt wel een sprookje, maar het is echt waar.
11-05-2020